De jeugdroman 'Niets meer te verliezen' is gesitueerd in onze stad en haar omgeving in het jaar 1629. De protestante geuzen uit de Noordelijke Nederlanden zijn al meer dan zestig jaar in oorlog met Spanje en willen het katholieke Den Bosch veroveren. De zestienjarige Freek kan nergens werk vinden, en sluit zich daarom met zijn vriend Willem aan bij het Staatse leger. In een dorp vlakbij woont Hella. Door de oplaaiende strijd kan ze haar vriendje Aart niet langer opzoeken, die in de vestingstad als leerling-brouwer werkt. Maar ook in haar dorp wordt het leven grimmiger. De levens van Freek en Hella kruisen elkaar op gruwelijke wijze. Daarna is niets meer hetzelfde. Wie is vriend en wie is vijand? En wie is er nog te vertrouwen? Annemarie Bon (1954) is geboren in de Bossche wijk De Muntel en opgegroeid in West. Ze volgde een opleiding aan de Hogere Laboratoriumschool en werkte enkele jaren als biochemisch analiste. Als freelance journaliste bij het Brabants Dagblad schreef ze steeds vaker stukjes voor de kinderpagina. In 1991 werd Annemarie hoofdredacteur van het kinderblad Taptoe van uitgeverij Malmberg. Dat blad schreef ze voor de helft zelf vol. In die tijd begon ze tevens verhaaltjes voor het kindertijdschrift Okki ('Onze Kleine Katholieke Illustratie') en informatieve boekjes (serie Junior Informatieboekjes) te schrijven. Van het een kwam het ander: sinds 2002 is Annemarie Bon fulltime schrijfster. In het afgelopen decennium heeft ze zich ontpopt als een veelzijdige, creatieve en productieve duizendpoot. Ze schrijft vooral informatieve boeken en leesboeken, maar ook verhalen voor taal- en leesmethoden, puzzels, artikelen voor diverse tijdschriften en kranten, speciale boeken voor dyslectische kinderen. Ze richt zich op alle leeftijden, van kleuters tot pubers en ook volwassenen. Daarnaast verzorgt Annemarie schrijversbezoeken op scholen en bibliotheken, ter bevordering van leesplezier en leesmotivatie. Op verzoek houdt ze lezingen voor ouders, leerkrachten en bedrijven over een verscheidenheid aan onderwerpen. Elk najaar kunnen schrijvers-in-de-dop zich aanmelden voor een cursus kinderboeken schrijven, waarin alles aspecten aan bod komen die met het schrijven van verhalen en boeken voor kinderen te maken hebben. Liefde voor de stadAnnemarie Bon heeft altijd grote belangstelling gehad voor de geschiedenis en cultuur van haar geboortestad. Vanuit de kennis van het lezen van vele boeken over Den Bosch en de achtergronden opgedaan in de cursussen Boschlogie I en II, wilde ze er steeds meer over weten. Hoe meer je weet, des te sterker je verbonden voelt met de stad, is haar motto. Enkele jaren geleden vroeg de gemeente 's-Hertogenbosch haar een lespakket voor de groepen 5 en 6 van het basisonderwijs te ontwikkelen. Met als doel kinderen gevoelig te maken voor erfgoed en cultuur van de stad. Een en ander resulteerde in 'De Schatten van de Draak', waarmee kinderen op een leuke en actieve manier de bijzonderheden van de zeven verschillende stadsdelen van Den Bosch leren kennen. Aan de basis liggen twee vragen die de leerlingen moeten beantwoorden: 1) wat zou je willen bewaren voor de toekomst, wat vind je een schat in je eigen wijk; 2) de dingen zijn niet altijd zo geweest zoals ze nu zijn, ze veranderen. Het lespakket is uit te breiden met excursies naar bijvoorbeeld Grasso, Melkfabriek St. Jan, Scouting, Museum Hertogsgemaal, Schutterij, Staatsbosbeheer, Kruithuis. 'De Schatten van de Draak' werd met ingang van het schooljaar 2007-2008 in de vorm van een grote schatkist gratis aan alle basisscholen binnen de gemeente 's-Hertogenbosch aangeboden.Door dit lespakket kwam bij Annemarie het idee op om een historische jeugdroman te schrijven, die zich in en rond Den Bosch afspeelt. Ze voelde zich als het ware 'schatplichtig' om op haar manier een steentje bij te dragen aan de Bossche cultuur. Dat doen meer mensen, Annemarie doet het op de manier die haar past: schrijven. Ze heeft honderden verhalen en leesboeken gepubliceerd, maar nog nooit een historische jeugdroman. Vooraf heeft ze grondig research verricht door het raadplegen van vele deskundigen en organisaties. Zo heeft ze nagespeurd hoe historisch gezien bijvoorbeeld een bierbrouwerij werkte, hoe het landschap rond de stad er in 1629 uitzag, hoe de 17e-eeuwse legers strategisch en | 26 |
tactisch vochten. Ze deed dit bewust om zelf de sfeer te ervaren, ze kon zich hierdoor beter inleven in het verhaal en de personages. Als je dit niet doet - je eigen zoektocht uitvoeren - ontbreekt de emotie, vindt ze. Er tekende zich wel een valkuil af. Annemarie had zo veel historische feiten verzameld, dat ze die aanvankelijk allemaal wilde gebruiken. Dan loop je het gevaar een geschiedenisboek te schrijven in plaats van een roman. Gelukkig heeft zich dat niet voorgedaan. Opbouw verhaalAls achtergrond in het boek fungeert de Opstand van de Noordelijke Nederlanden tegen het machtige Spanje. Die opstand zou later de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) genoemd worden. In een apart hoofdstuk geeft Annemarie Bon een toelichting op de aanloop en het verloop van die strijd tussen de protestantse republiek en het katholieke Spanje. Ook geeft ze uitleg van enkele kanten van de 17e-eeuwse stad Den Bosch en haar omgeving. Zo komen de vestingwerken uitgebreid aan bod, evenals de linies van Frederik Hendrik die nu nog op veel plaatsen in het landschap te herkennen zijn. De hoofdpersonages in het verhaal hebben niet echt bestaan, ze zijn verzonnen. Dat er een potvis in Noordwijk was aangespoeld, dat Piet Hein zijn zegetocht door Leiden hield, dat de wapenschouw op de Mookerhei was en het verloop van het beleg; dat berust allemaal op historische feiten. Ook klopt het dat Bosschenaren vaak nachtelijke aanvallen uitvoerden op de Staatse kampementen. Zo namen in de nacht van 8 juli honderdvijftig man deel aan een grote uitval. Daarbij stierven 200 geuzen, onder wie veel officieren. Maar of die slachtpartij nu precies zo in Deuteren plaatsvond? Annemarie heeft vooral een verhaal willen schrijven zoals het gebeurd had kunnen zijn en daarbij zoveel mogelijk historische feiten verwerkt.In de roman zijn drie verhaallijnen, chronologisch opgebouwd, die elkaar op een gegeven moment ontmoeten. In de eerste verhaallijn kan de zestienjarige Freek nergens werk vinden. Daarom sluit hij zich met zijn vriend Willem aan bij het leger van de jonge republiek. Hij wordt het hulpje van een van de officieren van Frederik Hendrik. Freek ontdekt algauw dat het leven in het leger veel harder is dan hij dacht. In de tweede verhaallijn ontmoeten we Aart, een jongen die in de stad woont. Vele (historische) aspecten uit en van Den Bosch passeren de revue en zijn zeer herkenbaar. Aart werkt als leerling-brouwer bij brouwerij Sint-Joris in de Vughterstraat. Hij gaat op een gegeven moment het verkeerde pad op. De derde verhaallijn gaat over Hella, een boerenmeisje uit Gemonde die meer van de wereld te weten wil komen. Regelmatig bezoekt ze met haar vader de markten van Den Bosch om er groenten, granen en klein vee proberen te verkopen. Ze raakt bevriend met Aart, maar door het beleg van de stad kunnen ze elkaar niet meer ontmoeten. Ook in haar dorp wordt het alledaagse leven boosaardiger vanwege de schermutselingen om en rond de stad. De levens van Freek en Hella kruisen elkaar op angstaanjagende manier, die zeer realistisch beschreven is. Daarna is niets meer hetzelfde. Wie is vriend en wie is vijand? En wie is er nog te vertrouwen? De twee hoofdfiguren Freek en Hella raken alles en iedereen kwijt. Noodgedwongen, maar ze zien het ook als een nieuwe kans, besluiten ze om samen verder door het leven te gaan. De strekking van het boek: oorlog kent alleen maar verliezers, zeker bij gewone mensen. | 27 |